“Schat! Hou je nou eens rustig.”
“Ja lieverd, na een week is het wel eens leuk geweest.”

Maar de woorden van zijn twee vrouwen kwamen niet aan. Sinds het verlies van Parabool 2 tegen Sparta 3, was Thor in een staat van rouw en razernij. Hij gaf geen gehoor aan het gejammer van zijn geliefden, enkel de taal van pijn en haat was nog verstaanbaar voor hem.

“Thorryboy, kom op. Laat het nou eens stoppen met stormen. Ze spreken daar al van de koudste 16 september ooit gemeten,” zei de beeldschone Sif.

“Inderdaad,” viel de charmante Jarnsaxa haar bij. “We kunnen met dat wolkenveld straks niet eens goed naar Parabool 2 tegen EKC 2000 2 kijken.”

Voor het eerst die week bereikten de woorden van zijn vrouwen hem. Zou hij straks niet naar de wedstrijd van Parabool 2 kunnen kijken? Zijn grootste genotsmoment in de week, dat dikke uur waar hij even de meest elegante bewegingen waartoe stervelingen in staat waren kon aanschouwen, waar zelfs zijn zelden zwijgende vrouwen stil van werden.

Hij probeerde de storm ongedaan te maken, maar de orkaan in zijn hart was te heftig om een tedere kalme lucht te kunnen creëren.

Net toen Thor het wilde uitschreeuwen van frustratie kwam hij eraan; zijn geheime minnaar, zijn ongecompliceerde zuiderse avontuurtje waar zijn tetterende vrouwen niks van afwisten.

“Wie is dat?” vroegen Sif en Jarnsaxa in koor toen de Griekse God met paard en wagen arriveerde.

“Uh, een goede vriend,” zei Thor zo nonchalant mogelijk.

De Griekse God stapte van zijn wagen af en wendde zich tot Thor en zijn vrouwen.

“Goedemiddag Dames en mijn geile donde.. uhh, ik bedoel Thor, God van de donder! Mijn naam is Aeolus, zoon van Poseidon, dienaar van Zeus, en ik ben hier om U te voorzien van een egaal strakke lucht, zodat U straks kunt genieten van een spektakelstuk nog nooit vertoond.”

Zonder verder iets te zeggen strekte Aeolus zijn armen uit en duwde met een enorme kracht het wolkenveld opzij. Langzaam ontstond er een open gat waar de zon doorheen kon schijnen, precies groot genoeg zodat vanuit de lucht het sportpark in Emmen zichtbaar werd.

De auto’s uit Groningen verschenen in de cirkel van licht. De Paarse Strijders kwamen uit de auto en liepen naar het veld.

“Oeh,” hijgde Sif toen Martijn begon warm te lopen en “Hmmmm” kreunde Jarnsaxa toen Gerrit een 2 seconde sprintje had getrokken en “Mjammie” zei Thor hitsig toen Meike aan haar strekoefeningen begon.

De eerste helft begon. Thor was tevreden met het spel, maar de doelpunten vielen maar niet. De woede begon weer bij hem op te borrelen. De wedstrijdcirkel dat Aeolus had gecreëerd begon in te krimpen. Thors woede werd hem te machtig.

“Hou je in Thorrieflorrie,” schreeuwde Aeolus het uit tegen zijn geheime liefde, nog steeds zijn armen- waar nu een gigantische druk op lag- gestrekt. “Ik hou het zo niet meer!”

Thor werd weer rustig. Tegen dat lekkere zuiderse temperament van zijn mooie Aeolus stond hij machteloos.

“Waarom heeft die gozer een koosnaampje voor jou?” vroeg Sif ineens verwijtend.

“En waarom is die helemaal vanuit Griekenland hierheen gekomen?” voegde Jarnsaxa daaraan toe.

Daar was het gezeik al. De charme van monogamie werd Thor ineens volkomen duidelijk. Hij begon zich weer op te winden en de wolken gingen zich toch weer samentrekken.

Net toen Aeolus het niet meer kon houden, kalmeerde Thor. De tweede helft was een stuk aantrekkelijker om naar te kijken. Lisette en Mirjam gaven hun leven voor elke bal, Marjan en Anne lieten al spitsend hun tegenstandsters alle hoeken van het veld zien, terwijl Patrick geen rebound verloor, Koen wist ineens strafworpen af te ronden; het ging de goede kant op.

Aeolus slaakte een zucht van opluchting dat Thor niet meer zo opgefokt was. Hij had echter te vroeg gejuicht, want daar betrad Martin het veld om alles weer op zijn kop te zetten. Parabool 2 was al de betere ploeg, maar vanaf dat moment walsten ze over EKC heen. Het was niet meer woede, maar enthousiasme wat Thor nu onrustig maakte. Parabool tikte de tegenstander helemaal weg en de God van de donder werd helemaal gek. Aeolus kon niet meer, maar hij moest het volhouden tot het eindsignaal. Hij moest Thor laten zien dat hij zijn liefde waard was.

Daar was het eindsignaal: 11-14 voor de Parabool. Aeolus had zijn taak volbracht, maar niet zonder de ultieme prijs te hebben betaald. Zijn fysieke gestalte begon langzaam te ontbinden. Hij was dood gestreden.

“Het spijt me Thorrieflorrie,” zei hij met tranen in zijn ogen tegen zijn geliefde. “Dit is het voor mij. Ik zal je machtige hamer gaan missen.”

“Aeolusje van me! NEE!” riep Thor paniekerig. “Zeg me dat je weer terug zal keren.”

“Het spijt me Thorrieflorrie. Ik zal weer herboren worden, maar daarbij zullen ook onze verboden daden boven komen water komen. Ik zal Griekenland nooit meer mogen verlaten. Vaarwel mijn liefste.”

Aeolus verdween als stof in de wind. De wolken trokken zich weer samen. Thor werd overmand door woede en verdriet. Boos snoof hij vele liters lucht uit zijn neus, terwijl er tranen over zijn wangen heen biggelden. Enorme windvlagen en regenbuien bereikten het aardoppervlak waar zojuist nog zo onwaarschijnlijk de zon had geschenen. Gelukkig zaten de spelers van Parabool 2 alweer in de auto. Veilig en droog.