Groningen, 11 juni 2022

Wanneer begint de wedstrijd? Ja, natuurlijk wanneer de scheidsrechter influit, maar wanneer begint de wedstrijd nu écht? Zeg maar, vanuit een filosofisch, conceptueel standpunt? (Want dat is natuurlijk waar het bij korfbal allemaal om draait: abstracte concepten).

Misschien begint voor jou de wedstrijd bij de warming-up: beetje warmlopen, inschieten, jezelf oppeppen met de harde beats die Perla laat horen.
Misschien begint het voor jou pas echt in de rust: licht hijgend kijk je naar het scorebord, hoor je van je trainer hoe het beter kan en maak je de balans op. Toch maar iets harder rennen in de tweede helft.
Of misschien begint de wedstrijd pas echt ná het laatste fluitsignaal: de plank op twee schragen, bekertjes netjes elkaar toucherend en gooien maar.

Voor mij begint elke wedstrijd als ik ’s ochtends wakker wordt. Maandag = wasdag, woensdag = gehaktdag, en zaterdag = korfbaldag. Afgelopen zaterdag had ik geluk: in plaats van aan de eettafel mocht ik wakker worden op het zonnige balkon, met mijn krantje en mijn kop koffie. (Dit is de meest volwassen zin die ik ook geschreven heb, nog een reden waarom mijn afscheid gerechtvaardigd is). Vervolgens wordt er op het fietsje gestapt, het ***eind naar de Aclo afgelegd (ik heb op veel plaatsen gewoond in Groningen, maar altijd was het ver fietsen), even insmeren en genieten van de eerste wedstrijden. Langzaam druppelen de tegenstanders ook binnen, want je zou bijna vergeten dat er een kraker op het programma staat. Degradatie is niet meer te voorkomen, maar de Groningse eer behouden is mogelijk een belangrijker doel.

De scheids fluit in, wat in mijn ‘wanneer begint de wedstrijd’-monoloog slechts tot een formaliteit weggeëbd is. Het hele seizoen heeft Gerald gepoogd om ritme in ons spel te krijgen: heer zet rebound neer, pass, ernaast komen, schot vanuit het voorveld, de rest in beweging… Mijn eerste balcontact wordt tot een raak schot verzilverd. Zonder rebound. Zonder enige tussenpass of beweging van medespelers. Blijkbaar zijn termen zoals vakverdeling, dynamisch spel, coaching ook slechts formaliteiten. Sorry coach.

Gelukkig is Geralds harde werken niet voor niets: nu de druk van de ketel is, kunnen we wel over dynamiek en samenspel nadenken. Na een moeizaam seizoen valt in deze wedstrijd alles op zijn plek. Is het de druk van de derby, het stralen van de zon, of gewoon een gunstige horoscoop? Geen idee, maar ieder speelt fantastisch en het plezier zit in elke pass. Toch wil ik twee Paarse Helden eruit pikken. Als eerste mejuffrouw Kiers: deze wedstrijd is ze sneller dan ooit tevoren, scherper dan ooit tevoren en fanatieker dan … als altijd. Speciaal voor de fans van mooie vergelijkingen: voor haar tegenstander is Hilde als sleutels zijn voor Hilde zelf: altijd kwijt.
Ten tweede de heer Buisman. Hij heeft een kleine knipperlichtrelatie gehad met De Parabool. In, uit, in, uit, maar vandaag zit alles er keurig in. Inmiddels zijn we niets anders van hem gewend. Een publiekswissel voor hem laat blijken dat het nu echt uit is. Of is het na de zomer toch weer aan?

In de rust is het de beurt aan de coach. En zoals God naar de naakte Adam en Eva keek, zo ziet Gerald dat het goed is. Het enige verschil tussen God en Gerald is alleen dat God er slechts zeven dagen voor nodig had om alles op orde te krijgen en Gerald zeven weken. Maar dat is dan ook het enige verschil.

De tweede helft is een kopie van de eerste. Tijd voor reflectie. Voor mij begon de wedstrijd in 2014. Als achttienjarige stapte ik het grote onbekende in, wat later de naam De Parabool ging dragen. (Hier had ik in de eerste instantie de zin: ‘veel mijlpalen in mijn leven heb ik door De Parabool bereikt’ neergezet, maar dat komt toch enigszins vreemd over. Laten we het op sportieve mijlpalen houden). Sinds ik lid ben: is het papieren treinkaartje afgeschaft, was de wereld tijdelijk in de ban van Pókemon Go, en zijn er in Groningen ongeveer 100 aardbevingen geweest. Maar ook: ik heb zo’n 250 mensen leren kennen, ruim 100 wedstrijden gespeeld, 1 nieuwe kruisband aan laten meten, 3 kampioenschappen gevierd, om een gelijk aantal degradaties getreurd, en oneindig vaak gelachen.

Scheids fluit af. De wedstrijd is voorbij. Er zou nog één laatste wedstrijd volgen, maar die telt in mijn hoofd niet echt mee. Wanneer is de wedstrijd nu écht afgelopen? Waarschijnlijk als je de wedstrijd hebt afgesloten in je hoofd. De wedstrijd is voor mij in dat opzicht klaar. De Parabool nog niet.

Was getekend*,

Anne

* Met één hand.